In Maassluis zien we aan de kade (een replica van) een trekschuit liggen. Tot aan de komst van de spoorwegen in de 19e eeuw speelde de trekschuit een belangrijke rol in het personenvervoer in de lage landen. Ook voor het goederenvervoer werden trekschuiten gebruikt, maar hierin hadden ook zeilschepen een belangrijk aandeel. Zulke schepen zijn bijvoorbeeld in de Oude Haven en in Delfshaven nog te zien.
Dat we hier te maken hebben met een trekschuit is te zien aan de korte mast; zeilschepen hebben een veel hogere mast. Deze korte mast diende om het het touw aan vast te maken, waarmee de trekschuit werd voortgetrokken. Op de wal liep een paard over een pad langs het kanaal; zo'n pad heet een jaagpad. Aan de rand van Maassluis vind je nog een jaagpad, dat daar Trekkade heet. De mast moest ervoor zorgen dat het touw niet in het water hing.
Al in de 17e eeuw bestonden er regelmatige trekschuitdiensten; de dienstregeling en andere eisen werden door de beide steden aan de uiteinden vastgesteld. Tussen Delft en Rotterdam bestond zelfs een regelmatige halfuur-dienst. Niet alleen de vertrektijden werden vastgesteld, ook werd van de schippers geëist dat ze op de juiste tijd aankwamen op de bestemming.
Zie ook de aflevering over het Veerhuis.
door: Nico Booij