Virtuele rond­leidingen en lezingen

Gilde Rotterdam

Gilde Rotterdam

Bob den Uyl (1930–1992)

Bob den Uyl werd in Rotterdam geboren en is daar ook gestorven. Als 10-jarige zag hij samen met zijn vader de binnenstad van Rotterdam in brand staan vanaf het balkon van hun woning in de Tak van Poortvlietstraat in Bergpolder.

Hij deed mulo-b en daarna mo-a Frans en Engels. Daarmee kon hij lesgeven in het voortgezet onderwijs, maar dat heeft hij nooit gedaan. Wel heeft hij zijn talenkennis in dienst gesteld van het vertalen van gedichten van uiteenlopende dichters voor Poetry International. Veel proza is ook door hem vertaald.

Vlak na de oorlog leerde hij trompet spelen en hij oefende veel en vaak. Via die trompet komt hij in aanraking met jazz. Dat brengt de nodige opwinding met zich mee die die saaie jaren ’40 hard nodig hadden. Werken op kantoor bracht hem absoluut niet de bevrediging die hij zocht. ‘Maar eerst wil ik hier weg, de wereld in. Paspoort zien te krijgen en dan weg, liftend en lopend. Zonder geld, wat kan het mij eigenlijk schelen, desnoods ga ik bedelen... of af en toe een weekje werken, op het land, afwassen in restaurants, het dondert niet waar. Die toekomst, die kan me gestolen worden... dat weer opbouwen van ons land, dat doen de anderen maar. Weg! Weg uit Rotterdam!’

Maar hij ging niet weg, althans niet voorgoed. Hij werkte nog voor scheepvaart­ondernemingen en speelde in diverse jazz-orkesten toen hij in 1960 voor het eerst een verhaal publiceerde in Gard Sivik, het literaire tijdschrift van C.B. Vaandrager en Hans Sleutelaar. Pas in 1968 besloot hij zich helemaal aan het schrijven te wijden, deels ingegeven door reorganisaties bij zijn werkgever. ‘Ik word al ziek als ik aan schrijven denk, laat staan als ik achter de schrijfmachine ga zitten, zwetend van angst. Verschrikkelijk toch als je daarmee je geld moet verdienen.’ Helemaal een vrije keuze was dat dus niet. In datzelfde jaar ontving hij de Anna Blamanprijs voor zijn bundel ‘Een zachte fluittoon’. Alles geheel volgens De Wet van Den Uyl: ‘Je vindt niet wat je zoekt, maar alleen dat wat je niet zoekt.’

In de jaren ’70 en ’80 is Bob den Uyl een gevierd schrijver. Behalve de Anna Blamanprijs krijgt hij ook de prozaprijs van de gemeente Amsterdam en de Multatuliprijs. In 2004 werd de Bob den Uylprijs door de vprogids uitgeroepen voor de beste reisverhalen. De prijs is in 2020 opgeheven.

Bob den Uyl sterft in 1992 in het Franciscusziekenhuis aan longemfyseem.

Op het gebouw van Erasmus University College (de vroegere gemeentebibliotheek en het Nationaal Onderwijsmuseum) aan de kant van de Pannekoekstraat is een vergroting van een schoolrapport aangebracht, uitgevoerd door Toni Burgering.

door: Frans de Jonge

Hop mee naar de volgende locatie
naar vorige pagina