Virtuele rond­leidingen en lezingen

Gilde Rotterdam

Gilde Rotterdam

C.B. Vaandrager (1935 - 1992)

Cornelis Bastiaan (Cor) Vaandrager werd geboren op de Pretorialaan in het huis van zijn tante. Hij groeide op aan de Brielselaan ging daar naar de lagere school en volgde het gymnasium op Het Charloise Lyceum. Hij voltooide het gymnasium met een 10 voor Grieks op zijn eindlijst. Al tijdens zijn schooltijd verzamelde hij vertalingen van Homerus en vervolmaakte hij zijn eigen vaardigheden om vertalingen onder woorden te brengen. Tegen alle verwachtingen in ging hij niet studeren want hij wilde schrijver worden.

Op zijn 17e ontmoet hij Hans Sleutelaar op een van de jazzmiddagen in Emporium in de Kipstraat. Als snel blijken ze hetzelfde te denken over veel zaken en beginnen ze gedichten in elkaars schoolkranten te publiceren (Sleutelaar zat op de Willem de Zwijger HBS aan de Bergsingel). Ze ontwikkelen een eigen stijl van schrijven waarin waarneming centraal staat en maken Proefschrift, een tijdschrift gewijd aan die nieuwe stijl. Hyperrealisme wordt het wel genoemd. Nieuwe Zakelijkheid ook, naar de nieuwe architectuur die in Rotterdam ontstaat. In ieder geval breken ze met bestaande opvattingen over literatuur en poëzie. Samen met geestverwanten Hans Verhagen en Armando nemen ze de redactie van het literaire tijdschrift Gard Sivik over als de Vlaamse redactieleden zich hebben teruggetrokken.

Vaandrager en Sleutelaar werken als copywriter bij een reclamebureau op de Coolsingel. Ze schaven hun schrijfstijl bij en ontdekken dat alles poëzie kan zijn. Ook alledaagse taaluitingen: gesprekken op straat, zinnen uit de krant, reclame-uitingen, kattebelletjes. ("Made in Madurodam: de kroketten in het restaurant/zijn aan de kleine kant" - te vinden bovenaan de trap in Hotel New York én in Madurodam). In de jaren ′60 verkassen de redactieleden van het tijdschrift, dat ze inmiddels De Nieuwe Stijl hebben genoemd, naar Amsterdam. Vaandrager gaat ze achterna.

Maar al snel gaat hij terug naar Rotterdam ("Het is een dynamische stad/waarin ik rijd"). Hij blijft schrijven en vooral ook verzamelen: alles kan tenslotte literatuur zijn. In 1981 krijgt hij de Anna Blamanprijs. Zijn drugsgebruik begint uit de hand te lopen en hij verblijft in de jaren ′70 en ′80 een paar keer in het Delta ziekenhuis omdat hij aan ernstige depressies lijdt. Hij verwaarloost zichzelf steeds meer en raakt ook zijn huisvesting kwijt. In 1992 sterft hij, alleen, in het Dijkzigt­ziekenhuis.

Sinds 2014 is er een Cor Vaandragerveld. Het is een zijstraat van de Homerusstraat in Lombardijen.

door: Frans de Jonge

Hop mee naar de volgende locatie